top of page

Erfgoed & duurzaamheid, een kijk op vensters

16 mei 2023

De brontheorie van het verduurzamen van onze gebouwde omgeving dreigt te worden groengewassen.


Michel Trompert

Welke weg moeten we opgaan om duurzamer te wonen en te werken? De publieke opinie is ervan overtuigd dat dit moet gebeuren door onze gebouwen te isoleren, en is daarbij gestuurd door de vanuit het beleid opgelegde normen. Toch blijken ingenieurs, architecten en academici tot een heel andere conclusie te komen. Dit werd onder meer duidelijk op de studiedag rond erfgoed en duurzaamheid, die recent in Gent georganiseerd werd door het Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen (Provincie Oost-Vlaanderen) i.s.m. de Universiteit Antwerpen. Ook ik deed er mijn verhaal vanuit mijn bekommernis om de toekomst en ons erfgoed. Want, terwijl het initiële standpunt – het verkleinen van onze carbonvoetafdruk – onveranderd ons doel moet zijn, leiden de huidige maatregelen cynisch genoeg tot de promotie van een – al te – verregaande materiaal- en energieconsumptie. Bovendien worden tal van andere aspecten genegeerd, zoals gezondheid, erfgoedwaarde, de levensduur van de nieuwe materialen, en zelfs het wérkelijke nut van het isoleren.

Op de studiedag in Gent kwamen, naast mijzelf, de volgende sprekers aan bod:
Luc Eeckhout, Architect-stedenbouwkundige, gastprofessor KU Leuven en expert climate design
Guido Stegen, ARSIS bvba, Architectenvennootschap en gastdocent UGent, ULB en Institut Chaillot.
Birgit van Laar, Monumentenwacht Vlaanderen vzw
Liesbeth Langouche, Dr. Conservatie-Restauratie
Nathan Van Den Bossche, Professor UGent, faculteit ingenieurswetenschappen en architectuur
Esther Geboes, VUB, Architectural Engineering Lab

Ondanks de uiteenlopende achtergronden en expertises van de sprekers, bleek er grote consensus te bestaan over de noodzaak om het huidige beleid te herzien en het bestaande erfgoed zelfs als deel van de oplossing te zien. Ikzelf deed dit door de uitkomsten van 5 decennia verduurzamen in woord en beeld te brengen.

Zo zie ik met lede ogen aan hoe het verduurzamen van gebouwde erfgoed, ondanks alle praktijkervaring en klimaatveranderingen, nog altijd flink gestimuleerd wordt. Een van de deelnemers vertelde dat onlangs monumenten in een aantal steden (zoals de UNESCO beschermde binnenstad Amsterdam) vrijgesteld zijn van vergunningsplicht vensterglas te vervangen door modern isolatieglas. Met uitzondering van historisch waardevol vensterglas. Maar, zo werd aangegeven, ‘wie beoordeelt dat dan?’

Verduurzamen is dan in dit opzicht een vorm van geoorloofde kunstvernietiging in slow motion.

Zoals het klimaat steeds warmer wordt en er steeds minder energie nodig is voor verwarmen, neemt de voetafdruk progressief toe en wordt er omgerekend per inwoner méér energie voor het primaire huishouden verbruikt. Toch wordt isoleren nog altijd met steeds meer overtreffende getallen gestimuleerd en door het bedrijfsleven maar al te graag verkocht op basis van aannamen en niet op basis van wetenschap.

Met de kunstmatige modellen waarin aannamen worden gemaakt die ver van de werkelijkheid afstaan, stevenen we met elkaar af op een nieuwe schijnwerkelijkheid van verduurzamen. Het gaat niet meer om het klimaat of het recht op gezond wonen en werken, maar wel om ‘wat levert de meeste euro’s op’. Je met subsidie geïsoleerde huis levert je nu volgens de makelaar meer geld op. Hoewel er geen en alleen theoretisch bewijs is dat dit isoleren ook effectief duurzaam is, vindt de overheid dat groenwassen geoorloofd is.

Na een onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) die de klimaatbijdrage van verduurzamingsmaatregelen onderzocht, meent de overheid dat het verduurzamen zoals dat nu actueel is, de beste richting en miljarden euro’s gemeenschapsgeld waard is.

Mijn kritiek op het PBL onderzoek (rapport Effecten Ontwerp Klimaatakkoord nr.3619) is dat de klimaatbijdrage niet alleen te gering is (35%) maar ook dat er geen rekening gehouden is met het klimaat dat warmer wordt en dat daardoor minder energie nodig is om gebouwen te verwarmen.

Ook de LCA (levenscyclusanalyse) is niet meegewogen, noch is met de degradatie en de werkelijke levensduur van de zogenaamde verduurzamingsmaterialen rekening gehouden. Evenmin met het nodige onderhoud aan de technische materialen. De lijn van verduurzamen raakt dan steeds verder verwijderd van de nodige 1,5ºC klimaatdoelstelling.

De extra belasting op de gezondheidszorg is naar mijn idee onderdeel van de steeds verder toenemende isolatievervuiling. Deze vervuiling houdt met een grote mate van waarschijnlijkheid verband met bacterie- en schimmelvorming, fijnstof, vluchtige organische stoffen, lichtvermindering en hogere kamertemperaturen ten gevolge van het geïsoleerd wonen en werken.

De theoretische verduurzamingsmodellen worden ingebed in label-, norm- en subsidiesystemen om de moeilijke keuzes om te zetten in makkelijke verdienmodellen. Daarmee wordt er niet meer gereflecteerd en wordt slechts het eigen financiële en kortetermijnbelang ingevuld.

Het lijkt nog niet door te dringen hoe een effectieve klimaatbijdrage nodig is. De maatregelen waarvoor een energielabel verkregen wordt, gaan de harde werkelijkheid niet oplossen. Tegelijk is de hypothese, waarin uitgegaan wordt dat het isoleren van je huis wel het nodige zal bijdragen, schijnwerkelijkheid.

De kennis van de omgang met synthetische bouwmaterialen in de afgelopen eeuw is vooruit gegaan. Daartegenover is het hanteren van duizendjarige ervaring en kennis om de bewezen natuurlijke en ambachtelijke bouwmaterialen te hanteren catastrofaal achteruitgegaan.

Uiteindelijk kom ik tot de conclusie dat er sprake is van verregaande tunnelvisie die de schijnwerkelijkheid voor waar aanneemt enkel en alleen omdát men die in de praktijk reeds toepast. Er is geen praktijkcheck of bewijs. En dat is naar mijn idee hard nodig als we de klimaatdoelstellingen willen realiseren.

De 45 jaar dat ik met Van Ruysdael aan regeneratieve systemen en producten heb gewerkt, ondanks de tegenwerking van de norm- en labelsystemen, sterkt mij om verder te gaan met het beschermen van ons leefklimaat en onze identiteit.

Enerzijds door 45 jaar vensterkennis te delen en waardevol en onvervangbaar -lees ook duurzaam- vensterglas te beschermen. Anderzijds door het maken van vensterglas op basis van de kunstzinnige, nuttige en de meest duurzame eigenschappen van het authentieke enkelglas met als extra de aansluiting op de behoefte van deze generatie zònder de toekomstige generaties hier en elders in gevaar te brengen.

Beter dan glas met de beste isolatiewaarde beperkt het 6,5mm Van Ruysdael glas het energieverbruik meer door minimaal grondstof gebruik, langere levensduur en het optimaliseren van het thermische comfort. De thermostaat kan daarmee enkele graden lager gedraaid worden. Dit glas is vooral ook afgestemd op de context waardoor ons gebouwde erfgoed betere toekomstwaarde gegeven wordt en beter presteert op de aspecten van schoonheid, akoestisch comfort en een gezond leefklimaat. Het maakt vele compenserende maatregelen overbodig. Al deze prestaties samen in één product geeft de nodige versnelling voor de klimaatdoelstelling.

Een ander product dat met dit gedachtegoed is ontwikkeld is de VR Strips. Een uiterst kleine en reversibele afdichtingstechniek die de bestaande vensters met schuiframen en nieuw toekomstperspectief geeft. De VR Strips lossen de hindernissen van de kieren op en verlichten de bediening van deze schuiframen zodat deze waardevolle vensters nog generaties onze identiteit waarborgen.

Omdat we naar mijn idee niet door moeten gaan met het pad dat de klimaatproblemen veroorzaakt, motiveert het mij om verder praktijkonderzoek te doen naar het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Bedoeld om onze bouwkunst te blijven omarmen en om uiteindelijk met minder méér te bereiken.

Dat is snel en hard nodig!

bottom of page